KMSKA … EEN Overweldigende
KUSTCOLLECTIE IN ANTWERPEN!
ONTSTAAN EN EVOLUTIE VAN DE
KUNSTCOLLECTIE
Met dit
overzicht duiken we in het verleden van het museum: van mijlpaal tot
mijlpaal.
* In
1382 groepeert de Antwerpse Sint-Lutgardisgilde schilders,
beeldhouwers, goud- en zilversmeden.
De
schilderskamer verfraaien ze met eigen werken. Rubens schenkt er
zijn ‘De Heilige familie met de papegaai’.Dit is een van
zijn eerste werken.
*
In 1663 wordt de academie opgericht waar jonge kunstenaars en
veelzijdige opleiding krijgen.
Ze
verkrijgt de kunstcollectie van en na de ontbinding van de
Sint-Lucasgilde.
* In
1794 is er de Franse kunstroof en stelt Napoleon samen met de
gestolen kunstwerken uit andere landen tentoon in het Louvre.
Na de
slag bij Waterloo keren de Vlaamse meesters per stoet terug naar
huis.
* In
1840 krijgt de kunstcollectie een echte boom. De oud-burgemeester
van Antwerpen, Florent van Ertborn schenkt na zijn dood 144
schilderijen van onder anderen Jan Van Eyck, Rogier van der Weyden,
Hans Memling en Jean Fouquet.
Tevens
is de eenzijdige samenstelling van de museumcollectie met kunst uit
de 16de en 17de eeuw aangevuld met meesterwerken uit de 14de, 15de
en vroege 16de eeuw.
* In
1851 zetten museum en academie de eerste stappen om een eigentijdse
kunstcollectie te bouwen.
* Het
museum wordt te klein en in 1875 viel de beslissing om een nieuw
museum te bouwen op het Zuid. Men koos voor zalen hoog boven de
grond zodat er geen wateroverlast tot bij de kunstwerken kon en een
brandveilige afstand tussen kunst en woonwijk verzekerd is.
De
deuren worden met een groot feest geopend op 11 augustus 1890.
* In
1905 worden de wagen spannen met vier paarden en twee menners boven
op het dak gehesen.
Sinds
hun plaatsing vormen ze bij uitstek het symbool van het museum en de
moderne kunst.
*
Tijdens de eerste en de tweede wereldoorlog worden de kunstwerken
via luiken in de vloer ondergebracht in een bomvrije kelder. De
Duitse vliegende bommen op Antwerpen waren immers een permanente
dreiging. Op 13 oktober 1944 valt een vliegende bom die het museum
en enkele kunstwerken beschadigd en de glazen daken verbrijzelt.
*
Antwerpen organiseert in 1976-1977 een Rubensjaar. Het museum
bevindt zich in slechte staat en heeft geen elektrische verlichting
in de zalen. Een jaar later is het museum na renovatie klaar voor de
meest omvangrijke expositie van alle initiatieven van het glansjaar.
* In
1989 komen er na schenking 13 schilderijen, 8 beelden en 36
tekeningen en aquarellen van Rik Wouters bij. Een torso (lichaam
zonder armen,benen, hoofd en nek) van ‘Het zotte geweld’ en de
‘Lezende vrouw’ zijn enkele blikvangers.
* Het
plein voor het museum kon niet achterblijven. Een sculptuur van de
vier koppen van Rodin geven een voorsmaakje van de kunst binnenin.
Zo wordt het plein in 1999 een plein met kunst.
* In
2003 geeft de Vlaamse Overheid de opdracht tot actualisering van het
museumgebouw in overeenstemming met de behoeften van de 21ste eeuw.
KMSKA KLAAR VOOR DE 21STE EEUW.
Met een
eindbudget van circa 100 miljoen € en 11 jaar later is het
Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen heropend. Met de
grootscheepse renovatie- en uitbreidingswerken is het museumconcept
grondig herdacht.
Aan het
einde van de twintigste eeuw had het KMSKA nauwelijks uitstraling.
In het nieuwe concept staat de bezoeker centraal. Daarmee sluit het
aan bij de huidige museale tendensen.
* De
bestaande vleugels behouden hun classicistische en barokke
uitstraling.
* Alle
bestaande zalen kregen een nieuw glazen plafond.
* Door
de toenemende vervuiling waren de gebruikte soorten natuursteen van
de gevels onzichtbaar.
*
Binnenin kregen de historische museumzalen hun oorspronkelijk diepe
kleuren terug.
* Het
houtwerk en de plafonds zijn hersteld met traditionele materialen en
technieken.
* In de
nieuwe zalen op de bovenverdieping zorgen 198 driehoekige dakkoepels
voor het nodige daglicht.
* Aan
het plaatsgebrek is ook verholpen. Op de vroegere het binnenplaatsen
(patio’s) is een 1.000 ton zware staalstructuur opgetrokken tot
boven de oorspronkelijke dakhoogte. Dit levert 40 % extra ruimte op.
In de tien hedendaagse zalen variëren hoogte volume en lichtinval.
De ruimtes zijn sterk verticaal georiënteerd
* In de vloer zijn luiken voorzien
waarlangs de grote schilderijen met minder gevaar naar binnen
kunnen gehesen worden? Buitenlandse musea zijn hierdoor minder
terughoudend om hun werken tijdelijk af te staan.
Meer dan 150
rekken bieden plaats voor ongeveer 1800 schilderijen
* Een architecturaal kunststuk is een
rechtdoorgaande trap van 37 lopende meter en 103 treden ook ‘de weg
naar de hemel’ genoemd. Die trap overbrugt een hoogteverschil van 22
meter en verbindt de nieuwe zalen van de eerste verdieping met die
op de bovenste verdieping. Toch verkoos ons gezelschap een grote
moderne lift met reflecterende wanden.
* De parketvloeren hadden het in de
loop der jaren zwaar te verduren gekregen. Een gespecialiseerde
firma heeft het volledig opgeschuurd en geolied. Bovendien moesten
meerdere stroken weggenomen en herplaats worden.
* In de inkomhal leidt een
monumentale marmeren trap ons naar het verdiep waar een mozaïeken
vloer het sluitstuk vormt met de wanden bekleed met inpalmende
doeken.
BEZOEK AAN DE EXPOSITIE
De
expositie geeft de indruk dat er twee musea in een gebouw verenigd
zijn.
Bij het
binnenkomen van het museum sta je meteen voor een keuze:
– In de
historische zalen zien we de kunst van de oude meesters die
geschilderd werden voor 1880.
De
Rubens en Van Dyck zalen zijn perfect voor het tentoonstellen van de
kolossale altaarstukken.
Bomvolle
muren etaleren de rijkdom van de collectie.
Op de
bovenverdieping zijn alle muurtjes en rekken weggehaald. Zo krijg je
indrukwekkende doorkijken. Het houtwerk is opgefrist. De muurkleuren
bevorderen het historisch kleurenpalet en het resultaat voelt
opnieuw heel 19de-eeuws. 22% van de kunstwerken dateert van voor
1800.
– In de
witte zalen kunnen we genieten van de kunst na 1880 en James Ensor.
Zo’n
kijkspel past minder bij de moderne kunst. Die komt tot haar recht
om bij ooghoogte te worden bekeken en schilderij naast schilderij.
Van de 19de eeuw is er 36% en 42% van de 20ste
James
Ensor is de verbindende figuur tussen de twee werelden.
Het
totaalpakket is goed voor zo’n 650 werken, iets minder dan 10 % van
het bezit van het KMSKA.
WANDELING DOOR DE EXPOSITIE
Trappenhal
“Het prachtige cassette-plafond
overkoepelt de imposante toegangstrap”
39
doeken vertellen de rijke geschiedenis van het artistieke leven in
de Scheldestad.
Nicaise
De Keyser brengt drie thema’s in beeld, de geschiedenis, de
eigenheid en de internationale
uitstraling en roem van de Antwerpse kunstschool. De drie
hoofdwerken tonen een imaginair groepsportret met maar liefst 137
architecten, schilders, beeldhouwers en graveurs, allemaal actief in
Antwerpen tussen eind 15de en begin 19de eeuw.
In het
midden van het centrale tafereel troont de stedenmaagd Antverpia,
die haar beroemde meesters lauwert. De twaalf kleinere doeken met
historische scenes vervolledigen het verhaal.
Het centrale doek van de
trappenhal
|
Vier
schilderijen brengen belangrijke momenten uit het artistieke
verleden van de Scheldestad in herinnering. Zes schilderijen tonen
Antwerpse kunstenaars aan het werk in het buitenland.
Zo
bekeken vormt de schilderijencyclus een passende inleiding op het
museumbezoek.
Antwerpen
en de Schelde, een onderdeel van het
centrale doek
Antwerpen en de Schelde, dat is een
onafscheidelijk duo. De rivier en de haven verbinden de stad van
oudsher met de wereld en zorgen voor welvaart.
In dit schilderij wordt de Schelde
voorgesteld als een oude liggende man. Hij leunt op een amfoor (kruik met twee oren die onderaan in een
punt uitloopt) waaruit water stroomt.
Maar vooral hij biedt de jonge vrouw, die
Antwerpen verpersoonlijkt, een overvolle hoorn des overvloeds, een
symbool van welvaart en rijkdom. De groenten en vruchten vormen
samen een gezicht. Dit paneel is geïnspireerd op Michel Angelo’s
fresco over de schepping van Adam.
|
OUDE (KLASSIEKE) SCHILDERS
Vooral Rubens, Van Dyck en Jacob
Jordaens zijn de blikvangers.
Rubens-en Van Dyckzalen
De werken worden ingedeeld volgens
thema’s en niet volgens kunstschool of tijdperk.
Een verhaal uit de Bijbel, de
geschiedenis, de mythologie of gebeurtenissen van het moment vinden
we terug in de historische zalen.
Zo is er een zaal voor het thema
gebed en de hemel met de gerelateerde schilderijen.
Christus verschijnt voor de
apostelen. (Rubens)
Deze schilderij is een drieluik. Op het
middenstuk toont Christus de wonden die hij aan het kruis heeft
opgelopen. Hij is dus reeds verrezen uit de dood.
Op de zijluiken is het koppel in het zwart
gekleed en met een chique molensteenkraag. Zij hebben
respectievelijk een bijbel en een paternoster in de hand.
Dank zij de recente restauratie kunnen wij
de kleurnuances in al hun pracht bewonderen.
Experts vermoeden dat Rubens dit paneel
zelf geschilderd heeft.
Het grootste deel van zijn oeuvre maakte
hij in samenwerking met zijn assistenten.
|
Laatste communie van de
heilige Franciscus van Assisi (Rubens)
Het graf
van Gaspar Charles, een weldoener, bevond zich in de Antwerpse kerk
van de Minderbroeders ook de Franciscanen. Voor dit familiegraf
heeft Rubens dit grote werk geschilderd.
Toen
Franciscus in 1226 zijn einde voelde naderen vroeg hij zijn
medebroeders om hem vrijwel naakt te leggen op de vloer voor het
altaar van een kapel nabij Assisi. Franciscus wilde Christus tot in
de dood navolgen. Net zoals de stervende Christus aan het kruis
alleen gehuld in een lendendoek.
De
priester op het schilderij dient Franciscus voor het laatst de
communie toe.
|
De verloren zoon (Rubens)
Te vermelden dat
Rubens dit
werk
helemaal alleen wat uitzonderlijk
was.
De boomhut achter de stal is later
toegevoegd.
Het paneel toont een landschap op het
platteland. Rechtsonder is het verhaal uit de Bijbel van de verloren
zoon.
Nadat die zijn erfenis verbrast had
kwam hij als varkenshoeder op een boerderij waar de varkens eten
kregen en hij niet. Hij kwam terug naar huis waar zijn vader zijn
‘verloren zoon’ met open armen ontving.
Ter voorbereiding van dit werk trok Ruben
naar boerderijen in de provincie Antwerpen
waar hij tekeningen van dieren en
landbouwgereedschappen maakte. Sommige tekeningen worden ook op
andere werken van Rubens afgebeeld.
|
Aanbidding door de
koningen. (Rubens)
Volgens de overlevering zou
Rubens zelf twee weken aan dit gigantische topwerk hebben gewerkt.
Het werk is bijzonder vlot en
spontaan geschilderd en soms met enkele toetsen voor een voorwerp
zoals de os rechts onder en de priemende blik van de grijs bebaarde
man in het rood links.
Die man in het rood is
Melchior, de oudste, heeft goud bij. Zijn knielende collega Caspar
in priesterkleren biedt wierook aan. De imposante Balthazar die
achter Caspar staat houdt mirre in zijn rechterhand en draagt
oosterse kledij uit de tijd van Rubens zelf.
De rest van het bont gezelschap
bestaat uit het gevolg van de drie heren. Dat ze uit het oosten
kwamen tonen de kamelen op de achtergrond.
Rubens maakte dit werk voor de
Antwerpse Sint-Michielskerk.
|
Tronende
Madonna omringd door heiligen (Rubens)
De heiligen die we hier zien
leefden in diverse periodes. Rubens maakte dit werk voor het
hoofdaltaar van de Sint-Augustinuskerk die was gewijd aan Maria en
Alle Heiligen.
Zijn collega’s en stadsgenoten
Anthony Van Dyck en Jacob Jordaens schilderden elk een zijpaneel.
Het hoofdfiguur is Maria. Zij
troont bovenaan. Achter Maria staat Jozef. Alle andere personages
zijn verdeeld over de compositie. Onder links vijf vrouwen van de 15
figuren over het doek.
De vrouwelijke heilige met de
tang is Apollonia die werd aanroepen tegen tandpijn.
De naakte man met de
pijlenkoker werd gemarteld. Naast hem staat Joris, met zijn voet op
de draak doe hij overwon.
|
Venus
Frigida (Rubens)
Een naakte rouw en het jongetje
dicht bij haar hebben het blijkbaar koud. Het verkleumde en
gevleugelde ventje zit op een ongebruikte voorraad pijlen. Het is
Amor die met zijn pijlen liefde opwekt maar nu werkloos is wegens te
koud. De vrouw met naast zich een warm rood gewaad is de godin van
de liefde Venus.
Een volgeling van Bacchus probeert haar op te warmen met zijn hoorn
des overvloede.
Hier wordt een spreekwoord uit
een oude komedie letterlijk uitgebeeld: ‘zonder eten en drinken
verkilt de liefde’. De gehurkte Venus heeft dezelfde pose als een
beroemd Romeins Genusbeeld.
|
Zaal met
aandacht voor het gebed
Er zijn meerder schilderijen
gewijd aan dit thema. In de schoonste honderd zijn geen foto’s
gevonden. Het betreft respectievelijk ‘Het gebed, het gebed voor het
eten, gebed voor de maaltijd, de heilige Didacticus in gebed, het
avondgebed’. Het zijn vertrouwde rituelen uit die tijd.
Zaal met
aandacht voor de hemel
In deze zaal wordt de hemel
vanuit verschillende invalshoeken beschreven.
Er is een werk met als titel
‘de hemel weent over het puin’ waar de schoonheid van het Kempense
landschap centraal staat en het zuivere wit opvalt.
Wij weerhouden een schilderij
van Jacob Jordaens.
|