Terug naar het overzicht gebeurtenissen 

 

OKRA St.-Franciscus zwaait het jaar muzikaal uit met Vivaldi
 

Uit de Nieuwsbrief van OKRA: Maandag 7 november 14u, in de St.-Franciscuskerk, Tiensesteenweg 190, 3001 Heverlee.  OKRA St-Franciscus Heverlee nodigt u uit op een muzikale namiddag. De toegang is gratis en staat ook open voor de okraleden van het Gewest Leuven en de Seniorenraad.  Daarna is het mogelijk om iets te drinken in ons zaaltje naast de kerk.  Mevrouw Gisèle Tallon leert ons luisteren naar klassieke muziek en gebruikt hiervoor De Vier Jaargetijden van Antonio Vivaldi. Zij is van kindsbeen af gepassioneerd door klassieke muziek en ze verdiepte zich van toen al in het leven van haar lievelingscomponisten.  Van opleiding is ze musicologe (KULeuven). Ze gaf les in muziekgeschiedenis en muziek beluisteren in verschillende academies, in middelbare scholen en bij Vorming Plus.  Het zal u verbazen hoeveel ze u kan doen horen en ontdekken in een muziekwerk.        

 

Geniet ook van de foto's onderaan dit artikel

 

Corona of niet, de 4 jaargetijden van Vivaldi zijn immuun tegen alle bacteriën.  Enkel een kras op een plaat door het vele op en aanleggen kan het samenspel tussen de hoge en de lage instrumenten verstoren.

Gisèle Tallon heeft ons op heel bevattelijke wijze laten verdiepen in het kleurenpalet dat dit concerto rijk is. De vier seizoenen zijn vier afzonderlijke concerto's voor viool, die samen een geheel vormen.

Hieronder volgen de indrukken die een modale luisteraar meegedragen heeft. Ik laat de lezers mee genieten van dit uitzonderlijk werk dat Vivaldi voltooide in 1723 en dat tweehonderd jaar vergeten had gelegen in een bibliotheek.

Wie was Vivaldi?

Antonio Vivaldi, bijgenaamd de rode priester omwille van zijn haarkleur, is Venetiaan. Op jonge leeftijd werd hij priester gewijd. De liefde voor muziek heeft het gehaald op de permanente liefde voor God. De symbiose tussen beide polen heeft de vonk doen overslaan naar meesterlijke composities. De uitstekende violist heeft dit talent alle eer aan gedaan.
Als leraar aan een conservatorium voor weesmeisjes heeft Vivaldi voor dit instituut de meeste concerto's geschreven. Zijn repertorium bevat naast concerto's ook kerkmuziek, oratoria en meer dan 40 opera's. Er volgden talrijke concertreizen doorheen Europa. Ondanks deze schitterende carrière stierf de componist straatarm, afgeleefd en vergeten in Wenen, 18 jaar na de vier jaargetijden.

Wat typeert de muziek stijl van Vivaldi?
Vivaldi is de meester van het concerto. Dit genre vestigde al snel zijn roem en waaraan hij nog steeds zijn algemene bekendheid dankt.

In een concerto staat één instrument, de solist, tegenover een grotere groep instrumenten, het orkest. Er ontstaat een dialoog tussen beiden.

Vivaldi gaf als violist uiteraard voorrang aan de viool. Zijn repertorium was uitzonderlijk gevarieerd. Hij schreef ook concerto's voor cello, fagot, luit, mandoline, hobo, blokfluit en dwarsfluit. Welke muzikant voelt er zich niet thuis?

Een concerto bestaat uit drie afzonderlijke delen:
I    snel - II   langzaam - III  snel

Vivaldi's verdienste is het feit dat hij deze structuur heeft vastgelegd en dat heeft alle componisten die na hem kwamen en concerto's schreven, zoals Mozart, Beethoven, Tjaikovski en Sibelius, ook geïnspireerd.

Vooraleer dieper in te gaan op de betekenis van elk der vier jaargetijden zijn enkele begrippen nader te omschrijven.
- Thema:
Melodie die als basis voor een compositie wordt gebruikt, en die makkelijk te herkennen is.
- Pizzicato:
De snaren worden aan getokkeld met de vinger in plaats van aangestreken met de strijkstok. Dit geeft een zeer korte, droge toon.
- Tremolo:
Het zeer snel herhalen van dezelfde toon, zodat die lijkt te beven. Typisch voor strijkers, die het effect creëren door de strijkstok snel heen en weer bewegen.
- Ritornello:
Dit is het refrein. De passages voor de solist worden omkaderd door het refrein of ritornello in het orkest, dat zo het geheel tot een eenheid smeedt.
- De snelle delen:
Het ritornello, gespeeld door het orkest, schept de algemene sfeer naargelang de seizoenen. En toch is het telkens andere muziek.
- Het langzame deel:
Dit deel is eerder een sfeerbeeld dan een verhaal. Vivaldi werkt met muzikale lagen, die tegelijkertijd klinken.
De instrumenten:
Vivaldi schrijft de vier seizoenen voor een klein strijkorkest, dat bestaat uit zes tot acht violen, een tweetal altviolen en cello's en één contrabas.
De eerste violist speelt gewoonlijk ook de solo's.
Naast de strijkinstrumenten komt er ook een klavecimbel aan bod, die voor extra begeleiding zorgt en in zachte passages goed te horen is.
Dit is de basso continuo (letterlijk: doorlopende bas) die in elk muziekstuk uit Vivaldi's tijd mee speelde.

De vier seizoenen:
Hierin wordt elke seizoen muzikaal beschreven.
Vivaldi voegt bij elk seizoen een gedicht waarin telkens een seizoen gekarakteriseerd wordt.
De twee seizoenen die het frist doorkomen zijn de ontluikende lente en de vruchten rijke herfst.


- La Primavera - de lente.
In de lente krijgt het ritornello veelvuldig de bovenhand. Het betekent de vreugde om de komst van de lente.
Voor ieder seizoen volgt hierna een korte weergave van het gedicht.
I  De lente is gekomen en feestelijk begroeten de vogels haar met een vrolijk gezang. Ondertussen kabbelen de beekjes onder een zachte bries.
   Donder en bliksem zijn gekozen om haar aan te kondigen.
II En zo slaapt de bloeiende weide onder het zachte ruisen van loof en planten. De herder, met zijn trouwe hond aan zijn zijde.
III Op het feestelijk geluid van de doedelzak dansen nimfen en herders ter ere van de lente en al haar pracht.


- L'Estate - De zomer. 
Hier primeert de loomheid door de zomerhitte.  Dit seizoen komt somberder over.
I  Tijdens het harde seizoen van de brandende zon smacht mens en dier en verbrandt de pijnboom. De koekoek hervindt zijn stem alsook het  tortelduifje en het puttertje. Plots komt de noordenwind opsteken. Het herdertje weent en vreest de koude wind en de gevolgen.
II  De angst voor donder en bliksem ontneemt de rust.
III De hemel dondert en bliksemt en hakt met hagel de toppen van de aren en het hoge graan.


- L'Autunno - De herfst.
Het plezier bij het binnenhalen van de oogst krijgt de boven toon.
I  De boeren vieren met dans en gezang het binnenhalen van een goede oogst. Onder invloed van Bacchus' drank vallen velen in slaap.
II Dans en zang ebben weg in de koele bries. Iedereen wordt uitgenodigd om in een zalige slaap te verzinken.
III Bij zonsopgang komen de jagers met hoorns, geweren en honden. Het wild vlucht maar het gewonde dier sterft.


- L'Inverno - De winter.
Koude en starheid van het bevroren landschap. Is het daarom dat er geen ritornello te horen is?
I Verkleumd huiveren tijdens ijskoude sneeuwval. Afschuwelijke windvlagen. Met de voeten stampend en met de tanden knapperen door de felle  vrieskou.
II Rustig en vredig de dagen bij de haard doorbrengen terwijl buiten de regen alles nat maakt.
III Over het ijs lopen, langzaam uit angst te vallen. Uitglijden en opnieuw hard lopen tot het ijs breekt en uiteen drijft.
Horen hoe de zuiden- en noordenwind strijden. Dat is de winter maar het is er een die vreugde brengt.

Met een lekker glas wijn, knusjes op een sofa en met dit verhaal van Gisèle in aanslag de vier jaargetijden laten afspelen. Zou dat onze hemel op aarde kunnen zijn!

Willy Depoorter

 

Enkele sfeerbeelden

 

   

 

         

 

          

 

 

 

 

 Terug naar het overzicht gebeurtenissen